Al geruime tijd waren we in de bovenbouw niet tevreden over het schrijfonderwijs dat aangeboden werd via onze taalmethode (Taal in Beeld). De opdrachten waren vaak van hetzelfde soort (eindeloos een plan van aanpak schrijven bijvoorbeeld) en er was weinig variatie in tekstsoorten (meestal infoteksten).
We hadden het er in onze parallelvergaderingen al eens over gehad dat we daar verandering in wilden aanbrengen, toen op een dag een tweet voorbij kwam van @schrijfproject Tekster.
Wil jij de schrijfvaardigheid van jouw leerlingen ook een boost geven? Meld je nu gratis aan voor de lesmethode Tekster via onze website!
— Tekster (@teksterNL) October 15, 2014
Dat was precies waar we op zaten te wachten en al snel hadden zich 6 leerkrachten (alle bovenbouw groepen doen mee) zich aangemeld voor deze methode.
Het gaat om een schrijfmethode die ontwikkeld is en onderzocht wordt door Monica Koster, Renske Bouwer en Huub van de Bergh. Ze zitten nu in het tweede jaar van het onderzoek.
Drie collega’s volgen de trainingen van Monica en Renske, de andere drie krijgen weer training van hen. De onderzoekers proberen zo na te gaan of de methode ook goed overdraagbaar is.
We gebruiken de methode nu ongeveer 7 weken en ik was vanaf dag 1 verkocht! Op de site van Tekster kan je lezen hoe de methode in zijn werk gaat. Wij gebruiken in groep 8 het acroniem EKSTER om de te volgen stappen bij het schrijven van een tekst beter te kunnen onthouden. EKSTER staat voor:
- Eerst nadenken
- Kiezen en ordenen
- Schrijven
- Teruglezen
- Evalueren
- Reviseren
Afgezien van deze stappen, werkt de methode erg gestructureerd bij het aanleren van strategieën om verschillende teksten te kunnen schrijven. Er wordt veel uitgegaan van “modeling”; door hardop te denken en voor te doen laat de leerkracht zien hoe hij/zij het gegeven probleem op zou lossen. De leerlingen hoeven dan alleen de gebruikte strategie te volgen, er hoeft op dat moment geen energie gestopt te worden in eventuele oplossingen en het daadwerkelijke schrijven.
Een ander belangrijk onderdeel in deze methode is het feedback geven; de leerlingen geven die aan elkaar en op basis van die gegeven feedback wordt de tekst herschreven (stap 6: Reviseren).
In principe wordt er elke les een andere tekstsoort aangeboden, de lessen blijven zo overzichtelijk en er hoeven geen ellenlange teksten geschreven te worden.
Tot nu toe hebben we de volgende tekstsoorten gehad: een verhaal, een recept (van appelflappen, en natuurlijk hebben we daarna appelflappen gemaakt), een brief, een instructie (van een leuk spel dat we zo nu en dan nog steeds spelen in de klas) en afgelopen week een uitnodiging (jawel, voor de komende musicaluitvoering, dat leeft wel in groep 8). De kinderen zijn enthousiast en de resultaten zijn veelbelovend.
Daarnaast hebben we inmiddels twee gezellige en zinvolle trainingen (gegeven door Renske en Monica) in Breda achter de rug. De eerste was vooral gericht op kennismaking en modeling, de tweede had als hoofddoel het feedback geven op teksten. Dat laatste valt nog niet mee: kort en krachtig tips en tops geven waarmee de leerling verder kan. Goed om daarbij te bedenken dat je de leerling niet in een keer 3 niveaus kan laten stijgen, maar tevreden zijn met één of twee!
Met de drie collega’s die de trainingen in Breda hebben gevolgd, geven we ook weer de trainingen aan onze collega’s zodat ook zij de lessen goed kunnen geven in hun groep.
Kortom: we zijn erg tevreden over deze schrijfmethode in wording. We hopen dat er gevolg aan wordt gegeven, want weer terug naar de oude schrijflessen willen we beslist niet. Het plan van aanpak komt ons de keel uit!